Schuldontwikkeling

Eerder heeft de gemeenteraad aangegeven dat de schuldenlast relatief hoog is en heeft het college opdracht gegeven deze de komende jaren te verlagen. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe de totale leningenportefeuille (aangetrokken langlopende leningen) aanzienlijk afneemt en hoe de schuldomvang zich ontwikkelt op grond van de huidige meerjarenbegroting, de actualisatie van de grondexploitaties per 1 januari 2020 en de investeringsplanning (mutatie netto schuld).

Ontwikkeling schuldomvang (x € 1.000)

2020

2021

2022

2023

2024

Schuldpositie (langlopend aangetrokken) per 1 januari

121.550

106.891

93.380

80.505

67.630

Vordering rekening courant ‘Schatkistbankieren’ per 1 januari

-37.049

-90.154

-69.675

-71.280

-56.103

Mutatie kasstroom

-53.105

20.479

-1.605

15.177

2.927

Aflossingen langlopende leningen

-14.659

-13.511

-12.875

-12.875

-12.875

Totaalschuld per 31 december

16.737

23.705

9.225

11.527

1.579

Totaal inkomsten (exclusief onttrekkingen reserves)

246.658

141.177

157.962

124.520

131.751

Percentage schuld ten opzichte van inkomsten

7%*

17%

6%

9%

1%

* Het totaal van inkomsten in 2020 gecorrigeerd voor de opbrengst verkoop aandelen Eneco bedraagt 161.262 en daarmee is het gecorrigeerde percentage 10% schuld t.o.v. inkomsten.

De netto schuldpositie bedraagt op 1 januari 2020 circa € 84,5 mln. (121,5 -/- 37) en neemt op basis van deze kadernota af naar circa € 21,5 mln. eind 2024. De leningenportefeuille bedraagt op 1 januari 2020 € 121,5 mln. en neemt jaarlijks af tot iets minder dan € 67 mln. eind 2024. De komende jaren is sprake van overliquiditeit. Dit vanwege leningen die op basis van de in 2014 beschikbare informatie zijn aangetrokken, het jaarlijks achterblijven van de investeringsuitgaven en de verkoop van aandelen Eneco in 2020.

De VNG spreekt van houdbare gemeentefinanciën als een gemeente ook bij een scenario met economisch slecht weer (met tegenvallende rijksinkomsten, lagere grondverkopen en stijgende rentepercentages) genoeg geld overhoudt om aan de schuldverplichtingen te kunnen voldoen. Zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen daarbij in de knel komen. In deze benadering is alleen sturen op baten en lasten niet genoeg. Hiervoor is ook inzicht in de geldstromen en de hoogte van de schuld nodig.

De indicator hiervoor is de netto schuldquote (de netto schuld als aandeel van de inkomsten). Voor houdbare gemeentefinanciën moet de toename van de schulden in verhouding blijven met de jaarlijkse inkomsten van een gemeente. Stijgende rentelasten geven extra druk op de exploitatie. Als de exploitatie geen ruimte biedt, moet er meer worden geleend. Dat veroorzaakt meer rentelasten en zo ontstaat een negatieve spiraal. Met andere woorden: het is belangrijk om in de gaten te houden hoeveel ruimte er binnen de begroting is om bestaande schulden af te lossen. In de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2014 is dit criterium verder uitgewerkt.

Uit bovenstaande berekeningen kan worden geconcludeerd dat op basis van de huidige inzichten de netto schuldpositie eind 2024 bijna € 83 miljoen lager zal zijn dan begin 2020. De ratio schuld/inkomsten stijgt van 10% eind 2020 (gecorrigeerd voor de opbrengst van verkoop aandelen Eneco) naar 1% eind 2024.

Als streefnorm voor de schuldomvang is bij de Begroting 2016 vastgesteld dat de schuldquote (=ratio schuld/inkomsten) maximaal 100% bedraagt. Momenteel zit de gemeente Pijnacker-Nootdorp ver onder deze streefnorm.